woensdag 20 januari 2016

De Kelder - reprise

Oké, dat hele Pay with a tweet werkt voor geen meter. Of het werkt wel, maar dat is dan volkomen aan mijn voorbij gegaan, omdat de vrienden die het geniale Pay with a tweet bedachten, vinden dat pinnige gebruikers met een 'free account' geen statistieken van hun 'campaing' hoeven te krijgen.

Het was een experiment, het werkte niet. De klassieke methode dan maar.

Download De kelder als eVerhaal


Of download de pdf als u net als ik niet weet hoe eBooks werken



De Kelder dus...

Een verhaal met geschiedenis....

Er was eens... een collega die een uitgeverij had en het plan om een verhalenbundel uit te brengen. Of ik eraan wou meewerken? Natuurlijk. Of ik inspiratie had? Uiteraard. Of het plan in de koelkast eindigde? Jawel.

Dan was er een verhalenwedstrijd en zoals dat bij verhalenwedstrijden gaat, had de jury niet veel zin om te lezen. Of ik het verhaal met pijn in het hart halveerde tot het de gewenste wedstrijdlengte had? Natuurlijk. Of de spanningsboog daardoor verloren ging? Uiteraard. Of ik de long list haalde? Jawel.

En toen wenste men mij veel succes.


En ik wens jullie nu veel, zij het kortstondig (15 bladzijden) leesplezier.


Download De kelder als eVerhaal / als pdf


En ja, als je straks vaststelt dat je het graag hebt gelezen, mag je je enthousiasme nog altijd op de sociale media gooien. Doe dat met een hashtag #DeKelder of mention @bjorncocquyt

vrijdag 17 juli 2015

De kelder

Een verhaal met geschiedenis....

Er was eens... een collega die een uitgeverij had en het plan om een verhalenbundel uit te brengen. Of ik eraan wou meewerken? Natuurlijk. Of ik inspiratie had? Uiteraard. Of het plan in de koelkast eindigde? Jawel.

Dan was er een verhalenwedstrijd en zoals dat bij verhalenwedstrijden gaat, had de jury niet veel zin om te lezen. Of ik het verhaal met pijn in het hart halveerde tot het de gewenste wedstrijdlengte had? Natuurlijk. Of de spanningsboog daardoor verloren ging? Uiteraard. Of ik de long list haalde? Jawel.

En toen wenste men mij veel succes.

Dus wens ik jullie nu veel, zij het kortstondig (15 bladzijden), leesplezier.

Download De kelder als eBook en betaal met een post!

woensdag 19 november 2014

Vreest niet, gij dapperen uitgever!

“Hoe gaat het nog met je boek?”
“Ik zit nu in een tamelijk moeilijke scène, waar mijn hoofdpersonage zijn dochter voor het eerst ziet, na achtentwintig jaar. Bedankt om ernaar te vragen”, antwoordde ik.
“En heb je al een uitgever intussen?”
“Ah, dát boek. Je bedoelt dat ik nog eens een korte stand van zaken moet geven op mijn blog. Ja. Je hebt gelijk. Ik maak er werk van. Op de trein.”

Een mooie collectie


Die stand van zaken dus. Ik heb inmiddels al een mooie collectie duur briefpapier (minstens 90 gram) van Uitgeverij de Crime Compagnie, Standaard Uitgeverij, Uitgeverij Marmer, Uitgeverij Vrijdag, The House of Books, De Boekerij, het Davidsfonds, Lebowski, Linkeroever, AW Bruna, Lemniscaat, Ellessy, De Fontein, Kramat en Nieuw Amsterdam (het kan zijn dat ik er enkele over het hoofd zie, laten we gemakshalve aannemen dat ik van heel wat uitgeverijen duur briefpapier heb). En in alle bescheidenheid moet ik zeggen dat het er goed uitziet voor de Supernova der Vlaamse Letteren, want ze zijn allemaal vol lof over de kwaliteiten van mijn werk. En ze wensen me allen (jawel, allen!) veel succes in de zoektocht naar een passende uitgeverij. Dat komt dus goed.

Van de vriendelijkste uitgeverij heb ik geen briefpapier voor mijn verzameling. En dat is jammer. Letterijn antwoordde namelijk per mail. Om te compenseren dat ze mijn nieuwbakken verzamelzucht niet konden bevredigen, hadden ze wel de moeite genomen mijn boek aan een lezerspanel voor te leggen en me hun bevindingen te laten geworden.
  1. Zo goed als de mannen het boek vonden, zo slecht vonden de vrouwen van hun panel het.
  2. Bepaalde scènes waren onnodig beledigend voor dames van vreemde origine.
  3. Het boek was wat gedateerd, maar dat kon tijdens het redactiewerk gemakkelijk verholpen worden.
Omwille van de eerste reden en ondanks de duidelijke kwaliteiten van het werk, konden ze niet overgaan tot de publicatie ervan omdat het potentiële publiek al op voorhand minstens gehalveerd werd (vermoedelijk zelfs met driekwart gereduceerd), maar toch veel succes en blablabla.

Lichterotische kookboeken voor kinderen en de romans van Jeroen Meus

Ik heb mezelf de moeite bespaard te antwoorden dat de gemiddelde lezer waarschijnlijk over voldoende geestelijke paardenkracht beschikt om de beledigende en raciaal getinte uitlating uit de mond van een idioot personage te relativeren, omdat ik me realiseerde dat dat waarschijnlijk niet zo is in een land waar men Zwarte Piet tracht te verbieden.

Ik heb de voorkomende dame bij Letterijn ook niet lastig gevallen met de Twijfels van een Schrijver  die maken dat je een manuscript te lang herwerkt, laat liggen, herwerkt, weggooit, opnieuw schrijft… Daardoor is het inderdaad al gedateerd (mannen hadden zelfs nog geen baarden in mijn tweede roman! Jawel, zó gedateerd!) voor zijn eigenlijke geboorte. Dat heb ik ook niet gedaan, want zoals ze zelf al zei mits wat redactiewerk is dat snel verholpen. Peanuts. Een personage een baard geven is zo gefixt. Een romanpersonage is immers geen beeldhouwwerk.

Op dat eerste punt ben ik evenmin ingegaan, omdat ze natuurlijk gelijk heeft. Iedereen weet dat enkel vrouwen boeken lezen, want mannen kijken naar voetbal. In hun joggingsbroek en marcelleke. Terwijl ze aan hun kruis krabben en een pint drinken (uit het flesje!). Dus nee, alle begrip daarvoor. Mocht ik uitgever zijn, ik zou ook het risico niet nemen een boek voor mannen uit te geven. Mocht ik uitgever zijn ik zou naast lichterotische kookboeken voor kinderen, enkel nog de thrillers die Jeroen Meus op mijn advies dan zou schrijven (ik schakel een trits ghostwriters in natuurlijk) op de markt brengen.

Hoor dat belletje van de kassa. Zie die rij handtekeninghongerigen op de boekenbeurs.

Nee, ik zou mijn tweede roman ook niet uitgeven mocht ik in uw schoenen staat. Je moet wel gek zijn. Een faillissement zou hoe dan ook onafwendbaar worden, beste boekenman, dat heeft de uitgever van mijn vorig vod met verve bewezen. Ik doe intussen gewoon wat elke schrijver van likmevestje doet: verder werken aan het volgende meesterwerk (wat een magnus opus gaat dat worden!). En tussendoor denk ik na over hoe je zelf een boek tot bij die vijf lezende mannen in ons taalgebied krijgt. Ja, beste uitgever, ik geloof dat ik het zelfs gratis ga weggeven aan die vijf stumpers. Voor die 85 eurocent die ik per verkocht exemplaar van u krijg hoef ik het immers niet te doen of te laten.

Dus vreest niet, gij moedige lieden van het boekenvak, het risico wordt u bespaard. Ik trek mijn plan. Niettemin bedankt voor de moeite. Ik twijfel niet aan de kwaliteiten van uw werk en wens u dan ook veel succes met uw verdere loopbaan. Zolang vrouwen koken, zult u boeken verkopen!

dinsdag 8 oktober 2013

De Vrienden van het Papier

Ik herinner me nog heel goed wanneer ik voor het eerst dacht dat ik van schrijven misschien wel mijn beroep wou maken. In de zesde klas bij Meneer Vanhorebeke kreeg ik de opdracht een opstel te schrijven met de toch wel bijzondere titel ‘Feest in een kikkersloot’. De schellen vielen me van de ogen. Schrijven was als dromen, maar dan op papier. Leuk. Ik negeerde de instructie me tot driekwart A5 te beperken en schreef drie velletjes vol. Matigheid zou ook later niet mijn grote forté blijken.

Het duurde evenwel nog vier jaar voor ik echt schrijver werd. Op 1 september 1994 vroeg de klastitularis aan ons, zijn nieuwe pupillen al kon het ook zijn dat hij ons als weerbarstige pubers zag, dat is me niet duidelijk (mij mocht hij wel geloof ik, op het einde van het schooljaar heeft hij in elk geval bedankt voor mijn aanwezig in zijn klas; niet verwonderlijk, de man gaf Nederlands en Engels, zowat de enige lessen waarvoor ik stopte met tekenen of lezen). Vroeg hij dus aan ons wat onze hobby’s waren. Voetbal, gitaar, voetbal, voetbal, gitaar, meisjes, voetbal, voetbal, gitaar… de man begon op zijn horloge te kijken toen plots: ‘schrijven’.

De klas verstomde en keek Callens verbaasd aan. Schrijven? (Voor de goede orde, de man is nu jazzdrummer geloof ik.)

Kon schrijven een hobby zijn? Mocht dat? Blijkbaar, want Callens (we zaten op het soort school waar de jongens enkel een familienaam hadden en de leraren ons met meneer aanspraken) oogste bewondering en respect. Zelfs bij de leraar. Misschien zelfs bij de meisjes! Nog diezelfde avond raapte ik wat kladpapier bijeen, besliste ik mijn haar te laten groeien en begon mijn eerste verhaal te schrijven. Ik zou die Herman Brusselmans – want hij was toen de Supernova van de Vlaamse Letteren, de man die van schrijvers BV’s maakte – eens tonen wie de grootste was. (Tom Lanoye een poepje laten ruiken leek me wat riskant).
 
Het duurde een goede acht jaar voor de liefde voor het papier over was: ik had een pc. Een mens moet nu eenmaal meegaan met zijn tijd. Vooral als je vooraan in de twintig bent, dan heb je nog niet het recht verworven om foert te zeggen tegen iOS7 of zo. Een schrijver moet nieuwe technologiën omarmen als ze hem het werk makkerlijker maken. De liefde voor papier neemt bij vele mensen af. Schrijven doen we met zijn allen op een groot wit scherm. Kranten en boeken lezen doen velen op een klein wit scherm. Met elkaar praten doen we op een nog kleiner scherm.
 
Gelukkig is er nog één bastillon waar de liefde voor papier hoog in het vaandel wordt gedragen: de uitgeverijwereld.
 
“Er bestaat zoiets als e-mail, dat weten we. En ja, we weten dat u daaraan een bijlage kunt toevoegen. Een document dat u op de computer heeft uitgetikt. Wij lezen uw manuscript niet, dus voor ons maakt het eigenlijk niet uit in welke vorm we het ontvangen, maar leest u aub toch even onze instructies voor het inzenden van manuscripten. U vindt die op onze elektronische infobrochure die in de volksmond ook wel ‘website’ genoemd wordt.”
 
  • Uitgeprint, niet met de hand geschreven. Zelfs niet als u een heel dure pen gebruikt.
  • Enkelzijdig bedrukt, dan kan onze graficus de achterzijde gebruiken om draftjes van nieuwe covers op te tekenen.
  • Een duidelijk leesbare, grote letter: verdana 12 lijkt me wel wat
  • Anderhalve witregel tussen elk lijntje tekst, dat lijkt ook wel lachen.
  • Oh ja, we geven liefst van die heel erg dikke boeken uit (we weten allemaal dat alleen verveelde huismoeders nog lezen, die hebben veel tijd, die willen dikke boeken).

Zie mij gaan. Hoor mijn printer zoemen, ronken, piepen, kraken, kreunen… Na anderhalf uur printen is de temperatuur op mijn bureau met vier graden gestegen en is Het Manuscript uitgeprint, volgens de regels die de Vrienden van het Papier me opleggen.
 
Ik met een stapel papier van vijf centimeter naar de copyshop. Daarna met zeven kilo papier naar De Post om me daar blauw te betalen aan postzegels naar Nederland, a lwaar ze het toegezonden kladpapier met veel plezier op de stapel leggen.
 
Bij elke recyclageronde wordt de papiervezel ietsje korter, waardoor papier vijf, maximaal zeven maal hergebruikt kan worden. Ik probeer daar niet aan te denken, beste Vrienden van het Papier, terwijl ik jullie van kladpapier voorzie. Al een geluk dat ik me geen zorgen hoef te maken over de gigantische oplage waarin jullie mijn manuscript zullen uitgeven.
 

woensdag 25 september 2013

De supernova der Vlaamse Letteren

Een status quaestionis: er is een roman, er was een uitgever, er was geen uitgever meer, er was nog steeds een roman, de levensnoodzakelijke website staat gereed alsook de online media van waaruit de website zal worden ‘geseed’. Dat hebben we dus allemaal gehad.

Nu mezelf nog klaarstomen.

Ik mag dan gekscherend al beweren dat ik de nieuwe ster aan het Vlaamse literaire firmament word, ik meen dat niet. Echt niet. Dat is een mankementje voor een schrijver die zo gek is géén kookboek te schrijven en het toch wil laten uitgeven – ik ben al behoorlijk op dreef, vindt u ook niet.

Daarom moet ik mezelf klaarstomen. Ik moet mezelf zo ver krijgen het boek naar een uitgever te sturen. U vindt dat misschien gek, maar dat kost me moeite. En tijd. Met Alles zwart (foert, vroeg of laat zou u de titel toch ergens ontdekken) was ik klaar in de zomer van 2010. En met klaar bedoel ik klaar: geschreven, vierhonderachtentwintig maal herschreven, laten nalezen door een vijftal vrienden en verwanten en nogmaals herwerkt.

Klaar dus. En dan stop ik het mooi weg. Drie jaar lang, dat deed ik met die gigantisch goede debuutroman van me ook. Geen idee waarom. Twijfel waarschijnlijk. Want jawel: ook de Supernova van de Vlaamse Letteren twijfelt soms aan zichzelf.

En wat brengt me er dan toe uiteindelijk toch de stap te zetten? Ik barst van de zelfkennis en het inzicht in mijn eigen doen en laten, dus ik kan u redelijk gemakkelijk een antwoord formuleren:
  1. Het schrijven aan roman drie dat zo ver gevorderd is dat ik tegen mezelf zeg ‘als je er zo veel tijd en moeite in dat schrijven steekt, moet je er iets mee doen.’
  2. Mijn vrouw die zegt: ‘je moet er iets mee doen.’
  3. Mensen die na lectuur van De engel (jawel, dergelijke mensen bestaan) vragen wanneer mijn tweede boek uitkomt.
En dus pep ik mezelf op. Nee, ik blaas me op, tot de auteur die ik niet ben. Ik begin als gek te schrijven. Ik lees bewust boeken waarvan ik op voorhand weet dat ze niet beter zullen zijn dan wat ik schrijf (Marnix Peeters staat nog op mijn leeslijst ja) en ik laat nog maar eens een bijzonder kritische en belezen persoon (i.c. mijn buurvrouw) het manuscript lezen.

Ik weet dat het werkt. De promotiemachine die ik zelf ineenknutselde stond al paraat, nu ben ik er zelf ook klaar voor.

De ster is een supernova geworden! U weet even goed wat de fase is die na de supernova komt. Inderdaad, het zwarte gat.