Vannacht werd ik gewekt uit een bizarre droom over een uit de hand gelopen familiefeest. Het strekt mijn familie tot eer dat ze geen familiefeesten organiseren. Mijn dankbaarheid is schier eindeloos, zeker na wat ik vannacht droomde – het benaderde een nachtmerrie. Gelukkig werd ik gewekt door drie droge, doch beleefde klopjes op de deur. Tok tok tok.
Ik schrok wakker. Opgelucht omdat de droom over was. Maar ook verontrust want ik had duidelijk drie kloppen gehoord. Op hout. Een vreemd geluid, zo midden in de nacht.
Onze voordeur, dacht ik. Inbrekers. Zouden inbrekers aankloppen om te controleren of iedereen slaapt, voor ze zich toegang verlenen tot een onbekende woning? Om half twee ’s nachts leek het me een zeer aannemelijke stelling, ook al heb ik onderhand door de nacht zelden het geschikte moment is om helder te denken.
Ik dus het bed uit. Eerst gaan luisteren aan de slaapkamerdeur van mijn dochter. Die sliep diep. De grootste schat was gered, de rest was bijkomstig. Niettemin ging ik even naar beneden om deuren en ramen te controleren. Ik keek ook even de tuin in en controleerde of de wagens er nog stonden. Ik stelde mezelf gerust met de gedachte dat de SUV van de buren op straat stond. Meer auto, kleinere inspanning. Die SUV zouden ze dus wel eerder meenemen.
Toen ik terug in bed kroop, bleef ik nog een tijdje naar de nachtelijke stilte luisteren en in het donker staren. Ik zag niets en hoorde niets, behalve de ademhaling van mijn vrouw. Stilte. Maar die drie droge, beleefde klopjes had ik echt gehoord. Die had ik niet gedroomd. Dat wist ik zeker.
En terwijl ik daar naar het niets lag te luisteren, kreeg ik plots een inval voor een nieuw verhaal. Een ruwe, realistische plot, verpakt in een mooi omhulsel van schijnbare lichtvoetigheid. Leven en dood. Liefde en wraak. Het werd me als het ware op een schoteltje gepresenteerd. Ik kreeg een afgewerkt verhaal cadeau. Ik moest het alleen nog uitschrijven. En onthouden tot ’s ochtends natuurlijk. Want ik vertik het om daarvoor op te staan. Ik vertik het zelfs om een notitieboekje op mijn nachtkastje te leggen. Er voldoende lang aan denken is een beproefde methode. Na een half uurtje achtte ik de tijd rijp om verder te slapen, gerust dat het verhaal mijn verdere nachtrust zou overleven.
En inderdaad. Vier uur later bij het ontwaken herinnerde ik me de verhaallijn wonderwel. Alsook de drie kloppen. En het was dan dat ik besefte dat inspiratie aanklopt wanneer ze voor je deur staat. Heel beleefd: tok tok tok. Wakker worden, ik heb iets voor je.
Share