vrijdag 21 januari 2011

Deniece Wildschut stelde 23 vragen aan… Bjorn Cocquyt

Geen medewerker van Uitgeverij Lemmens, maar Lemmens-auteur Deniece Wildschut stelde 23 vragen aan…Bjorn Cocquyt (32) 

1. Deniece vraagt:  Sinds wanneer schrijf je? Hoe is dat begonnen?
Bjorn: ‘Sinds mijn zestiende. Op 1 september stelden we onszelf voor aan de nieuwe klastitularis. We vertelden wie we waren, wat onze hobby’s waren… Eén van mijn klasgenoten schreef verhalen in zijn vrije tijd. Het was nooit bij me opgekomen dat schrijven een hobby kon zijn. Ik ben die avond nog begonnen aan mijn eerste verhaal, een eigentijdse vertelling van Roodkapje.’

2. Deniece: Uit hoe je spreekt (en schrijft) over schrijven, zou je kunnen opmaken dat je eerder schrijft om jezelf te pijnigen dan dat je er plezier aan beleeft. Hoe zit dat precies? Welke rol speelt het schrijven nu echt in jouw dagelijks leven?
Bjorn: ‘Ik ben (eind)redacteur van beroep en journalist van opleiding, dus schrijven en taal spelen een belangrijke rol in mijn leven. Korte artikels voor magazines of websites schrijven vind ik heel erg fijn. Je praat met interessante mensen, leert voortdurend bij, schrijft een dag of twee aan een tekst en begint aan iets nieuws. Maar een roman schrijven en herschrijven en laten liggen en opnieuw lezen om dan nog tig maal te herschrijven en scènes te schrappen is een hels werk van jaren. Voor ik begin te schrijven zit ik al maanden met een verhaal, personages, een setting in mijn hoofd. Eens de roman in mijn hoofd klaar is begin ik te schrijven, maar vanaf dan vind ik het eigenlijk niet meer zo leuk. Ik ben liever romanbedenker dan romanschrijver, het uitschrijven is klerkenwerk.’
3. Deniece: In 2009 werd tekstbureau Cactus Communications geboren. Is dat altijd een droom van jou geweest? En: hoe heb je dat aangepakt?
Bjorn: ‘Ik wou sinds mijn tienerjaren schrijvend mijn boterham verdienen. En dat doe ik nu. Niet als de grote romanschrijver die ik als zestienjarige wou worden, maar ja, het is toch een soort droom die werkelijkheid geworden is. Het is eigenlijk ook het enige waar ik tamelijk goed in ben.’

4. Deniece: Je schrijft vol ironie, droge humor en op aansprekende wijze over het schrijven en je roman. Is ‘De engel in het gekkenhuis’ ook geschreven in deze kleurrijke en herkenbare ‘Cocquyt-stijl’?
Bjorn: ‘Als jij het de Cocquyt-stijl noemt, vermoed ik dat daarvan wel iets te herkennen is in alles wat ik schrijf en zeg. Het is niet iets wat ik bewust doe. Zo druk ik me uit. Het kost me bijvoorbeeld nu al moeite om hier ernstig te blijven antwoorden en niet met ironische zelfspot het ‘Schrijverschap’ wat te relativeren. Het heeft te maken met een manier van in het leven staan, die ik ook herken bij mijn vrienden.’

5. Deniece: Lees je je eigen boek vaak of juist helemaal niet? Zijn er dingen die je zou willen veranderen?
Bjorn: ‘Sinds de publicatie heb ik er nog geen letter van gelezen en ik zal dat ook niet meer doen. Ten eerste omdat ik het de voorbije jaren al vaak genoeg gelezen heb. Ten tweede omdat het iets is wat al lang achter me ligt, een afgesloten hoofdstuk, want ik denk nu volop na over het plot van mijn derde roman. En ten derde omdat ik geen pagina zou kunnen lezen zonder te denken ‘hé, dat had ik beter anders geformuleerd’. Het is niet dat ik perfectionistisch ben, ik ben er gewoon van overtuigd dat een boek nooit af is. Dat je eraan kunt blijven sleutelen en herschrijven. En dat er altijd wel een tikfout over het hoofd werd gezien.’

6. Deniece: Hoe vat jij ‘De engel in het gekkenhuis’ in je eigen woorden samen?
Bjorn: ‘Voor mij is het een analyse van een vriendschap en een ‘oefening’ in ‘wat als…’ Maar ik wil daar niet te gewichtig over doen. Ik heb vooral iets geschreven waaraan ik tijdens het schrijven plezier beleefde.’

7. Deniece: ‘Komt er nog een boek aan? En denk je daar ook dertien jaar over te doen?
Bjorn: ‘Mijn tweede roman, die overigens wat weg heeft van ‘De engel’ maar met meer misdaad, minder humor en veel meer liefde, ligt nu enkele maanden bij mijn uitgever, dat zal dus van hem afhangen. Ik heb er in elk geval veel minder lang aan gewerkt, hooguit een jaar of twee. Voor mijn derde roman ben ik na twee jaar eindelijk op het magische punt waarop ik ‘de veertig slechte bladzijden’ kan weggooien om echt te beginnen schrijven. Die kaap moet ik blijkbaar bij elke roman over. Veertig slechte bladzijden die ik weggooi om helemaal opnieuw te beginnen aan iets wat stukken beter en vooral korter en spitser wordt. Ditmaal geen boek over vriendschap en drugs, maar over liefde die liefde kapot maakt.
Om nog wat meer een beeld te krijgen van mijn nieuwe werk: het tweede boek gaat over twee vrienden die elkaar ontmoeten na jaren. De ene heeft het gemaakt in de wereld van de HR, de andere in de onderwereld. De ene ontdekt dat er een moord beraamd wordt op de moeder van een vriendin, de andere heeft die moord net aanvaard als laatste opdracht. Dat zorgt voor een hoop persoonlijke conflicten die worden uitgevochten tegen de achtergrond van een mooie ontluikende liefde. Het boek waaraan ik nu… euhm… níet aan werk gaat over twee koppels vrienden die denken dat ze gelukkiger zouden zijn met elkaars partners en dat stom gedachte-experiment in daden omzetten.  Ik denk dat ik het heel slecht ga laten aflopen. Dat is dan hun verdiende straf.'

8. Deniece: Heb je andere Lemmens-boeken gelezen of is een er boek van Lemmens dat jij graag nog eens wilt lezen? Waarom?
Bjorn: ‘De boeken van Huib Afman en van jou, Deniece Wildschut, liggen hier al schandalig lang op me te wachten. Ik wil die vooral graag lezen omdat het twee fijne mensen zijn. Beide ook interessant omdat ik vermoed dat Huib eenzelfde soort verhalen vertelt als ik en omdat ik van Deniece weet dat ze een heel ander type schrijver en mens is dan ik.'

Favorieten-lijstje... (met uitleg)

9. Deniece: Wat is je lievelingsboek?
Bjorn: ‘Als ik er echt een moet kiezen (maar dat doe ik niet graag) ‘Schuld en boete’ van Dostojevski.’

10. Deniece: Wat is je lievelingsfilm?
Bjorn: ‘The Godfather I.’

11. Deniece: Wat is je favoriete land?
Bjorn: ‘Ik zou nergens elders willen leven dan in België ondanks de regen en ondanks het feit dat, of misschien net omdat, alles hier vierkant draait. Om op vakantie te gaan: Polen.’

12. Deniece: Je favoriete dag van de week?
Vrijdag.’

13. Deniece: Waar in Nederland of België verblijf je graag?
Bjorn: ‘In Nederland… Sas-van-gent had wel iets magisch toen ik kind was. Vlakbij en toch merkte je aan alles dat het ‘het buitenland’ was. In België ongetwijfeld de historische stadskern van Gent, als ik die kom binnenwandelen via de Sint-Michielsbrug krijg ik telkens een warm gevoel.'

14. Deniece: Je favoriete vriendenafspraakje?
Bjorn: ‘Duvels drinken in een bruine kroeg.’

15. Deniece: Je lievelingsgerecht?
Bjorn: ‘Ik ben nogal een Bourgondiër, ik kan werkelijk niet kiezen.’

16. Deniece: Je favoriete schrijver?
Bjorn: ‘Ik kan er ook hier niet één uitkiezen vrees ik.  Dostojevski, Witold Gombrowicz, Tom Sharpe, Harry Mulisch en Roald Dahl. De eerste twee omdat ze geniaal zijn, de derde omdat hij immens grappig is en de laatste twee omdat het fantastische vertellers zijn. Ik hou wel van een goed uitgebouwd en weldoordacht plot.’

17. Deniece: Heb je een favoriete pen?
Bjorn: ‘De Waterman die mijn vrouw me gaf voor mijn 31e verjaardag. Zonder erg materialistisch te zijn hou ik toch nogal van mooie voorwerpen en die pen is een van de mooiste dingen die ik heb.’

18. Deniece: Waar schrijf je graag?
Bjorn: ‘Achter de pc uit noodzaak, omdat op papier schrijven niet meer lukt. Waar die pc staat maakt me niet zoveel uit. Reviseren doe ik graag op de trein of in een openbare plaats: een terrasje in de stad, een park, op café…’

19. Deniece: Wat is je lievelingsdier?
Bjorn: ‘Ik vind katten wel leuk, omdat ze een sterke wil hebben en altijd hun eigen weg gaan, zonder om te zien.’

20. Deniece: Favoriete kleur?
Bjorn: ‘Zwart.’

21. Deniece: Wat drink je graag?
Bjorn: ‘Koffie.’

22. Deniece: Wat is je lievelingsrestaurant?
Bjorn: ‘Aperto Chiuso in Gent.’

23. Deniece: Je favoriete website?
Bjorn: ‘Facebook toch wel.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten